De informele bijeenkomst van de EU-ministers van Transport op vrijdag 21 oktober zou voor de spoorsector tastbare energiemaatregelen opgeleverd kunnen hebben. We zeggen ‘zou’, want het ziet er voorlopig niet naar uit dat dit daadwerkelijk het geval zal worden.
Na een aantal publieke oproepen heeft de Europese spoorwegsector Brussel rechtstreeks verzocht om actie te ondernemen tegen de elektriciteits- en energiecrisis. De CER, de Europese brancheorganisatie voor spoorbedrijven, is inmiddels in de pen geklommen.
Op vrijdag 30 september heeft de Raad van Energieministers van de EU besloten om een prijsplafond voor elektriciteit vast te stellen van 180 euro/MWh om de galopperende energiecrisis aan te pakken.
De Europese Commissie heeft besloten tot een noodinterventie op de energiemarkt om de stijgende energieprijzen onder controle te krijgen.
Na steenkool, dat de komende winter absolute prioriteit krijgt op het Duitse spoorwegnet, zal ook waterstof een belangrijke rol kunnen spelen in het goederenvervoer via het spoor. Onder meer nu de havens van Antwerpen-Brugge en die van Duisport een overeenkomst hebben gesloten voor een ‘rollende pijpleiding’ voor het transport van waterstof.
Tegen de achtergrond van de stijgende energierekeningen en de onzekerheid over een constante aanvoer roept de Europese spoorsector op tot actie.
In het kader van de energiebesparingen zal NMBS binnen haar gebouwen en installaties een soberheidsbeleid voeren om energie te besparen. Deze maatregelen komen bovenop de acties die reeds werden ondernomen vòòr de energiecrisis.
NMBS neemt bijkomende maatregelen om haar energieverbruik te verminderen. Ze wil daarmee maximaal de exploderende energiekost inperken, die in 2022 en 2023 respectievelijk 223 miljoen euro en 432 miljoen euro zal bedragen ten opzichte van de 123 miljoen euro in 2020.
De prijzen voor elektriciteit die wordt gebruikt voor spoortractie moeten dringend worden gereguleerd en aangepast. Als dit niet het geval is, kan gecombineerd vervoer niet meer concurreren met het langeafstandsvrachtvervoer”, dringt het UIRR aan.