‘Een uitdagend jaar’: Stadler stelt €365m aan verkopen uit na natuurrampen

Stadler heeft zijn jaarresultaten voor 2024 bekendgemaakt. Het boekjaar bleek een zeer turbulent jaar te zijn voor de Zwitserse spoorwegfabrikant. Overstromingen in Zwitserland, Oostenrijk en Spanje hebben de productie- en leveringsschema’s drastisch vertraagd, waardoor ongeveer CHF 350 miljoen aan omzet is uitgesteld tot 2025 en 2026. Toch zei de CEO van het bedrijf dat, gezien de situatie, “we op een heel goed spoor zitten.”

Vanuit het hoofdkantoor van Stadler in het Zwitserse Bussnang spraken Markus Bernsteiner, CEO van de Groep, en Raphael Widmer, CFO,de pers toe overde grote uitdagingen waarmee het bedrijf het afgelopen jaar werd geconfronteerd en die op hun beurt hebben geleid tot een daling van de EBIT-marge met twee procentpunten ten opzichte van 2023 en een omzetdaling van tien procent voor dezelfde periode. Als verklaring voor de noodlijdende financiële positie van het bedrijf na de natuurrampen van vorig jaar gaven de leidinggevenden aan dat drie grote gebeurtenissen in 2024 belangrijke productie- en toeleveringscentra hadden getroffen.

In Wallis, Zwitserland, overstroomde een storm de Constellium-fabriek, een cruciale leverancier van aluminiumprofielen voor Stadler. Van de 1.200 ton opgeslagen aluminium moest 850 ton worden gesloopt. De productie werd tijdelijk verplaatst naar Constellium’s fabriek in Singen, Duitsland. Vorige maand werd de volledige capaciteit in Wallis hersteld, maar de schade was al aangericht. Ondertussen overstroomde in Oostenrijk een dambreuk in Dürnrohr Stadler’s inbedrijfstellingscentrum voor ÖBB’s KISS dubbeldekstreinen, wat resulteerde in de vernietiging van een nieuw gebouwde trein.

De verwoestende overstromingen in het Spaanse Valencia, waarbij meer dan 220 mensen om het leven kwamen, hadden ook grote gevolgen voor de activiteiten van Stadler. Hoewel de fabriek van Stadler grotendeels onbeschadigd bleef, liepen externe magazijnen met dieselmotoren en draaistellen ernstige schade op. Ongeveer 400 werknemers konden de fabriek aanvankelijk niet bereiken, terwijl 40 leveranciers ook zwaar werden getroffen. De verstoringen leidden tot 200.000 verloren productie-uren, waardoor de levering van ongeveer 50 orders één tot vijf maanden vertraging opliep.

De leidinggevenden zeiden dat Stadler sindsdien een inhaalprogramma heeft gelanceerd om de grote tegenslagen te verzachten om de vertragingen op te vangen, maar de gevolgen hebben duidelijk invloed gehad op hun schema’s en ook op de nettowinst van het bedrijf.

De financiële gevolgen

De financiële impact van deze rampen is uiteraard aanzienlijk. Het bedrijf stelde 350 miljoen CHF (364,5 miljoen euro) aan omzet uit naar 2025 en 2026. De EBIT-marge daalde tot 3,1 procent, twee procentpunten lager dan het voorgaande jaar. De omzet daalde tot CHF 3,3 miljard (€ 3,44 miljard), een daling van tien procent ten opzichte van 2023, terwijl de groepswinst daalde tot CHF 55 miljoen (€ 57,4 miljoen), aanzienlijk lager dan de CHF 138,6 miljoen van het jaar daarvoor. Ondertussen kwam de EBIT voor 2024 uit op CHF 100,5 miljoen (€104,9 miljoen), een daling ten opzichte van de CHF 183,3 miljoen in 2023.

Ondanks deze tegenslagen probeerde Stadler goed nieuws te melden: de vrije kasstroom bedroeg CHF 140,1 miljoen (€ 146,3 miljoen), terwijl de investeringen voor het jaar in totaal CHF 232,9 miljoen (€ 243,1 miljoen) bedroegen. Stadler meldde ook een recordaantal orders van CHF 6,4 miljard (€ 6,67 miljard), waardoor het totale orderboek eind 2024 CHF 29,2 miljard (€ 30,43 miljard) bedroeg, een stijging van 20% ten opzichte van 2023. Maar een groeiende orderportefeuille is alleen gunstig voor het bedrijf als het de orders efficiënt kan uitvoeren. Toch zei CEO Bernsteiner tegen de pers: “We kijken terug op een uitdagend jaar, maar we zijn op de goede weg.”

Stadler leverde 500 railvoertuigen in 2024

Toch is een deel van het rollend materieel wel bij de klant aangekomen. Het bedrijf meldde dat het momenteel werkt aan 360 actieve orders en dat het in de loop van het jaar met succes ongeveer 500 spoorvoertuigen heeft afgeleverd. Bij de belangrijkste nieuwe contracten haalde Stadler een deal binnen voor de levering van tien intercitytreinen aan Saoedi-Arabië, een order van Koleje Mazowieckie in Polen voor maximaal vijftig FLIRT-treinen met vijftien extra voertuigen, en een grote order voor locomotieven van SBB Cargo in Zwitserland voor maximaal 129 meersysteemlocomotieven.

Het bedrijf boekte ook vooruitgang in de VS door de allereerste lightrailbestelling in het land binnen te halen, met tot 80 CITYLINK trams die geleverd zullen worden aan Salt Lake City. Ondertussen plaatste de Parijse metro in Frankrijk een order voor twaalf batterij-elektrische locomotieven.

Alternatieve aandrijvingen en diversificatie

Een van de zaken die de leidinggevenden graag benadrukten was Stadlers versterkte positie als marktleider in alternatieve aandrijftechnologieën. Bernsteiner wees erop dat momenteel 50 procent van al het rollend materieel met alternatieve aandrijving in Europa afkomstig is van Stadler. Tegen het einde van 2024 had het bedrijf 280 treinen met alternatieve aandrijfsystemen verkocht, met een cumulatief totaal van 2750 verkochte FLIRT-treinen wereldwijd.

Wat diversificatie betreft, benadrukte het bedrijf dat het zijn aanwezigheid in de signalisatiemarkt sinds 2017 aanzienlijk had versterkt en op dit gebied een “uitzonderlijke groei” had doorgemaakt. De orderontvangst voor dit segment is inderdaad gestegen tot 520,1 miljoen CHF (542 miljoen euro), een enorme stijging ten opzichte van de 56,0 miljoen CHF van het jaar daarvoor.

Deze diversificatie heeft er volgens de leidinggevenden voor gezorgd dat Stadler minder op zijn concurrenten heeft kunnen vertrouwen wanneer zijn klanten om de integratie van dergelijke technologie vroegen. Een van de meest in het oog springende contracten op dit gebied was een order van 500 miljoen dollar voor een CBTC treinbesturingssysteem voor de Atlanta metro in de VS. Ondertussen is het bedrijf ook begonnen met het werken aan signaleringssystemen voor hoofdlijnen in Zwitserland.

Het is duidelijk niet allemaal goed nieuws voor Stadler

De activiteiten in Duitsland bleven het echter moeilijk hebben door zwakke economische omstandigheden, inflatie en verstoringen in de toeleveringsketen. De fabrieken van Stadler in Berlijn en Brandenburg hadden te maken met voortdurende vertragingen in een metrobestelling van de BVG vanwege het beroep van een concurrent (kuch, Alstom), de COVID-19 pandemie en softwareproblemen. Tot op heden zijn slechts 484 van de geplande 1.500 Berlijnse metrostellen geleverd. Opnieuw verklaarde het bedrijf dat het een structureel en efficiëntieprogramma heeft geïmplementeerd om dit probleem aan te pakken.

Vooruitkijkend zei het bedrijf dat het ondanks alle uitdagingen optimistisch bleef en een aanzienlijke toename van de productie in 2025 verwachtte, met een groei van de inkomsten en een verbeterde EBIT-marge van vier tot vijf procent. Ondertussen zei het bedrijf dat de omzet in 2026 naar verwachting CHF 5 miljard (€ 5,214 miljard) zal overschrijden. Op de middellange tot lange termijn verwacht Stadler een toename van de EBIT-marge tot zes à acht procent.

Een Europese uitschieter?

Met het bedrijfsmodel van Stadler dat gericht is op de Europese en Noord-Amerikaanse markt – het is veel terughoudender met het inschrijven op internationale aanbestedingen dan zijn concurrenten – en high-end technologie, groene aandrijving en diversificatie in signalering, diensten en digitalisering, zou het inderdaad goed geplaatst kunnen zijn om te navigeren door de uitdagingen waarmee Europese spoorwegfabrikanten worden geconfronteerd.

Terwijl concurrenten worstelen met een krimpende toegang tot internationale markten en prijsconcurrentie van niet-Europese leveranciers – Europese spoorwegleveranciers verliezen jaarlijks naar schatting 2,9 miljard euro aan zakelijke kansen door goedkopere alternatieven, vaak uit China – kan Stadlers focus op westerse markten en eersteklas innovatie het bedrijf overeind houden waar anderen gedwongen worden tot kostenbesparende maatregelen. In wezen zet Stadler in op kwaliteit en geavanceerde technologie als de sleutel tot succes op lange termijn – niet dat het bedrijf niet ook de productiekosten wil verlagen door de productie verder naar het oosten in Europa te verplaatsen.

Er blijven echter vragen over de kwetsbaarheid van de productielijn en of dit de winst in de toekomst zal drukken. Het is niet alsof de natuurrampen van vorig jaar naar verwachting een bliep in het systeem zullen zijn. Stadler zegt dat het zijn productieproces wil verbeteren om het veerkrachtiger te maken en voegt eraan toe dat het dankzij zijn andere bedrijfsonderdelen goed gepositioneerd is voor een sterk financieel herstel. Maar voor nu wordt het, ironisch genoeg, steeds moeilijker om Europa in duurzame mobiliteit te houden door toenemende klimaatrampen. Voor Stadler geldt: als het regent, giet het.

Lees meer:

• ‘Aanzienlijke kans’ Hongarije om Zwitsers rollend materieel te kopen: transportminister praat over MAV makeover en meer
• Leo Express weer op de rails: Stadler wint door de staat gesteund contract voor FLIRT met dubbele aandrijving na ineenstorting AC
• Wat Stadlers eerste in Hongarije geproduceerde dubbeldekker betekent voor de verschuiving van het spoor naar Oost-Europa