Hoe ÖBB het regionale spoor versterkt met 30 extra Mireo EMU’s
De Oostenrijkse nationale spoorwegmaatschappij ÖBB breidt haar regionale vloot uit met nog eens 30 Mireo forensen- en regionale treinen van Siemens Mobility, waarmee de toekomstige vloot op 100 eenheden komt. De nieuwste bestelling – 25 treinstellen met drie wagons en vijf treinstellen met vier wagons – maakt deel uit van een bestaande raamovereenkomst voor meer dan 70 eenheden. Naar verwachting zal het nieuwste rollend materieel in 2029 in gebruik worden genomen.
Deze nieuwe serie volgt op de eerste aankoop door ÖBB van 70 Mireo-eenheden vorig jaar, terwijl de exploitant doorgaat met zijn expansieve regionale groeistrategie voor het spoor. “We zijn verheugd ÖBB te ondersteunen met nu 100 Mireo-treinen in haar programma om het lokale en regionale spoorvervoer in Oostenrijk te moderniseren”, zegt Andre Rodenbeck, CEO Rollend Materieel bij Siemens Mobility.
De Mireo elektrische treinstellen (EMU’s) hebben een lichtgewicht structuur, energiezuinige aandrijftechnologie en lagere onderhoudskosten – een combinatie die is ontworpen voor zowel zuinig gebruik als hoge prestaties. Elke trein kan snelheden van 160 km/u halen en is, zoals verwacht, uitgerust met ETCS (European Train Control System) voor meer veiligheid en efficiëntie. De nieuwe Mireo’s zijn ook breder dan de vorige generaties en bieden meer binnenruimte en comfort voor de passagiers.
De oorspronkelijke bestelling van ÖBB van 70 Mireo’s, die begin 2024 werd aangekondigd, maakte deel uit van een overeenkomst van 800 miljoen euro met Siemens. Die aankoop omvatte 31 langereafstandstreinen voor de Oostenrijkse inner-Alpine regio, waarvan de eerste sets in 2027 in dienst zouden moeten komen.
Een investering van 21 miljard euro om aan de vraag te voldoen
De uitgebreide vloot is slechts één onderdeel van ÖBB’s bredere regionale spoorwegupgrade, die een aanzienlijke uitbreiding van de infrastructuur omvat om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Tussen 2024 en 2029 investeert ÖBB 21,1 miljard euro in haar spoorwegnet. Het doel? Meer capaciteit, betere betrouwbaarheid en snellere reistijden.
Een belangrijk element van deze uitbreiding is Oostenrijks “Doelnetwerk 2040”, een langetermijnplan dat het spoorwegsysteem van het land in de komende twee decennia een nieuwe vorm zal geven. De focus op elektrische treinen in de bestelling van deze week – in plaats van bijvoorbeeld batterij- of waterstofalternatieven – past in de strategie van ÖBB om de bestaande geëlektrificeerde infrastructuur optimaal te benutten. Accu-elektrische treinstellen (BEMU’s) maken echter ook deel uit van de vergelijking, waarbij ÖBB een raamovereenkomst heeft getekend met Stadler voor maximaal 120 accu-aangedreven treinstellen in 2023, voor een totaalbedrag van maar liefst 1,3 miljard euro.
Niet alles van een leien dakje
Ondanks dergelijke ambitieuze investeringen staat Oostenrijks Doelnetwerk 2040 nog steeds voor grote hindernissen. Een van de grootste doelstellingen van de regering is om het modale aandeel van het openbaar vervoer te verhogen tot 43 procent in 2040 – daarvoor moet het huidige aandeel van het spoor worden verdubbeld. Tegelijkertijd moet het goederenvervoer per spoor een aandeel van 40% bereiken, een uiterst ambitieus doel.
Om deze verschuiving te ondersteunen heeft Oostenrijk het KlimaTicket geïntroduceerd, een nationale, voordelige reispas die bedoeld is om meer mensen aan te moedigen het openbaar vervoer te gebruiken. Maar capaciteitsbeperkingen blijven een serieus probleem. Volgens een rapport van Arthur D. Little zal het Oostenrijkse spoornetwerk zelfs met lopende uitbreidingsprojecten tegen 2030 tegen zijn grenzen aanlopen. Meer treinen, een hogere frequentie en automatisering alleen zullen niet genoeg zijn om de knelpunten op te lossen.
Een van de grootste problemen? Belangrijke spoorwegtrajecten hebben nog steeds moeite om te concurreren met het wegvervoer – vooral in het zuiden van Oostenrijk. Grote spoorweginfrastructuurprojecten zoals de Semmering-basistunnel en de Koralmtunnel, die beide de reistijden aanzienlijk zullen verkorten, zullen de situatie verbeteren, maar experts waarschuwen dat meer infrastructuurprojecten moeten worden versneld om van het spoor echt een concurrerend alternatief voor auto’s en vrachtwagens te maken.
Een groter klimaatprobleem
Er is ook een groter klimaatprobleem. Oostenrijk streeft naar klimaatneutraliteit tegen 2040 – tien jaar eerder dan de EU-doelstelling – maar er blijven grote uitdagingen. Hoewel meer dan 75% van de Oostenrijkse elektriciteit al afkomstig is van hernieuwbare energiebronnen, vormen de uitstoot van transport en gebouwen nog steeds een groot obstakel. Om de klimaatdoelstelling voor 2040 te halen, moet de flexibiliteit van het elektriciteitsnet worden verbeterd, moeten de transportnetwerken verder worden geëlektrificeerd en moeten de wettelijke kaders worden geactualiseerd om duurzaam beleid te bevorderen.
Dus hoewel de extra 30 Mireo’s een grote stimulans zijn voor het regionale netwerk van ÖBB, is er voor het behalen van de Oostenrijkse spoorweg- en klimaatdoelstellingen op lange termijn meer nodig dan alleen nieuwe treinen. Toch is een dergelijke modernisering van het rollend materieel niet te versmaden.
Lees meer:
- Alstom heeft ‘vertrouwen beschaamd’ in waterstof: Duitse regionale spoorwegen ruilen H2-vloot tijdelijk in voor dieseltreinen
- ÖBB, ČD krijgen 49 miljoen euro boete van EU voor blokkeren particuliere spooruitbreiding
- ÖBB: ‘Schade overstromingen aan spoornetwerk is enorm’
- ÖBB kiest aannemer voor grote upgrade Oostenrijks ‘belangrijkste’ spoorlijn