VTM-sportanker naar ziekenhuis na val op Gentse tramsporen

De Lijn rubber tramopvulling
Met de test wordt 15 millimeter rubber in de 41 millimeter diepe sporen gegoten. 2022, De Lijn

Recent kwam VTM-sportanker Stijn Vlaeminck (41) stevig ten val met de fiets op de Gentse tramsporen. Hij liep een zware kneuzing op. Naar aanleiding van dit incident heeft de Lijn zopas uitvoerig gecommuniceerd hoe ver het nu staat met de proefprojecten om dergelijke ongevallen te vermijden.

Vlaeminck kruiste op zaterdag 2 december de tramsporen aan het Zuid in Gent. “Ik maakte een bocht, en kwam met mijn voorste band op het rechte stuk terecht”, vertelt hij aan de krant Het Nieuwsblad. “Bovendien was het glad en, hoewel mijn banden net goed opgepompt waren, kon ik niet meer corrigeren en ging volle bak tegen de grond. Mijn arm kon ik niet meer bewegen, en de ambulance moest me naar het ziekenhuis brengen.” Het gevolg was een zware kneuzing. Stijn Vlaeminck is niet de enige fietser. Jaarlijks belanden zo’n 500 Gentse fietsers op de spoed na een val op de tramsporen. Afgelopen zomer en in 2021 vielen er zelfs overlijdens te betreuren.

Reactie De Lijn

Naar aanleiding van dit incident werd de vervoersmaatschappij De Lijn en de stad Gent overspoeld met vragen hoe het nu met hun proefprojecten staat om dergelijke ongevallen te voorkomen. Afgelopen zaterdag hebben ze hierover meer duidelijkheid gebracht. De Lijn zegt dat ze nieuwe stappen neemt in fietsvalpreventie bij tramsporen. De Lijn is in Gent volop bezig met allerlei methodes, proeven en aanpassingen ter verbetering van de fietsvalpreventie ter hoogte van tramsporen. Dat varieert van het uittesten van vulmiddelen voor de railgroef over het opruwen van gladde oppervlakken van tramwissels, het aanpassen van wegdek en bochten tot het uitproberen van voegmiddelen voor de zone tussen spoor en wegdek. Ook de onderzoeksproeven in samenwerking met de UGent en de Fietsersbond zijn ondertussen in uitvoering.

Grote uitdaging

De Lijn onderzoekt op vraag van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters al geruime tijd diverse oplossingsmogelijkheden om de fietsveiligheid in de tramspoorzones te verhogen. “De combinatie fietsveiligheid en tramsporen verbeteren is dan ook een grote uitdaging”, zegt Frederik Wittock, woordvoerder van De Lijn. “Niet enkel in Gent maar nationaal en ook internationaal wordt men ermee geconfronteerd. Diverse onderzoeken in binnen- en buitenland brachten tot op heden nog niet het verhoopte soelaas. We hebben ons evenwel vastberaden in de materie vastgebeten, en blijven volop verder speuren naar mogelijke oplossingen en innovatieve producten – inclusief een innovatief onderzoekstraject in samenwerking met VLAIO waarbij het de ambitie is om nieuwe oplossingen te ontwikkelen.”

Vulmiddelen voor de railgroef

Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit, bevestigt dat De Lijn al geruime tijd bezig is met het onderzoeken en testen van nieuwe innovatieve methodes om de fietsveiligheid langs tramsporen te verhogen. “Zo wordt er geëxperimenteerd met vulmiddelen voor de railgroef en de ruimte tussen de rails en het wegdek en het opruwen van gladde oppervlakken van tramwissels. Daarnaast worden er ook infrastructurele ingrepen uitgevoerd. We blijven alvast zoeken naar een duurzame en structurele oplossing die het veiliger moet maken voor fietsers om de tramsporen te kruisen.”

Opvulmiddel als fietsvalpreventiemaatregel

Een van de mogelijke verbeteringen om de tramsporen fietsveiliger te maken is het gedeeltelijk opvullen van de gleuf van de rails met een duurzame opvulling. “Dergelijk vulmiddel zorgt er enerzijds voor dat de fietser niet knel komt te zitten in de groef én dat de functie van de rail behouden blijft, waardoor de tram zonder risico’s over het spoor kan rijden en waarbij de railafwatering mogelijk blijft”, zegt Frederik Wittock. Begin oktober 2022 werd het opvulmiddel in een uitgebreide fietsersproef op de stelplaats in Gentbrugge als fietsvalpreventiemaatregel uitgetest. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met de Reizigersbond en de Fietsersbond.

Positieve resultaten

Na een grondige analyse bleken de eerste resultaten positief te zijn. “We hebben de afgelopen zomer met de externe partner ingezet op de verdere ontwikkeling van het materiaal aangezien de test eind vorig jaar nog een concept-oplossing was”, zegt Frederik Wittock. “Zowel het aanbrengen als het verwijderen van het product evenals de duurzaamheid in reële exploitatie-omstandigheden met passerende trams (winterperiode + zout + hoge frequentie stoppende/vertrekkende/passerende trams) werden hierbij verder onderzocht. Die optimalisatie is ondertussen afgerond, waardoor de volgende testfase kan worden aangevat.”

Verouderingsproeven

Zo zijn er in samenwerking met de UGent versnelde verouderingsproeven in uitvoering. Dat laat toe om in enkele maanden tijd de duurzaamheid over verschillende jaren te kunnen evalueren. De Lijn en UGent en de Fietsersbond hebben samen een concreet testplan uitgewerkt dat in uitvoering is. Het testrapport wordt begin 2024 verwacht. Verder staat in het voorjaar een volgende test gepland, in samenwerking met de Stad Gent, waarbij een aantal tramhaltes in exploitatie voorzien worden van deze gedeeltelijke opvulling. Hierbij zal in het eerste kwartaal van 2024 het product voor het eerst op een exploitatiespoor van De Lijn toegepast worden waar ook effectief fietsers rijden.

Innoverend onderzoek naar nieuwe materialen

De Lijn heeft bovendien een innoverend onderzoek als PIO-project opgestart, om nieuwe materialen te ontwikkelen. Inmiddels heeft De Lijn een partner aangesteld om dit traject tot productontwikkeling op te starten en zodoende samen met private ondernemingen (productontwikkelaars en leveranciers) te zoeken naar een totaaloplossing. Verder is De Lijn ook van nabij betrokken bij de ontwerprichtlijnen voor het openbaar domein die door Tractebel en de Stad Gent onder de loep worden genomen. “Het hogervermelde opvulmiddel verbetert tot op heden weldegelijk de fietsveiligheid op tramsporen maar is nog geen totaaloplossing omdat het de tramsporen niet tot aan het loopvlak opvult”, zegt Frederik Wittock. “We blijven daarom uitkijken naar nieuwe producten die dat wel kunnen.”

Voegvulling

Er wordt volop verder getest met voegvullingen voor de zone tussen het tramspoor en het wegdek. “Eén van de vulmaterialen die getest werden, doorstond de winter niet”, zegt Frederik Wittock. “Een ander levert goede resultaten en houdt naar verwachting stand.” De Lijn past deze methode ondertussen zelf toe bij onderhoudsactiviteiten (bvb. wegdekvernieuwing busstation zuid, Poperingestraat, Orbanlaan, Jozef Horenbrantweg en Gebroeders Desmetstraat). En daar blijft het niet bij. Her en der op het terrein werden de – vaak gladde – deksels van de tramwissels opgeruwd door toepassing van diverse producten. Ook hier leverde tot op heden slechts één product bevredigende resultaten dat verder zal worden ingezet. Als gevolg van een verdere afstemming met fabrikanten, kan De Lijn wisseldeksels aankopen die van nature reeds een ruwer oppervlak hebben. Bij wisselvernieuwingen wordt ondertussen deze variant toegepast.

Infrastructurele aanpak

De Lijn voerde op het openbaar domein ook diverse andere ingrepen uit die bijdragen aan fietsvalpreventie. Zo werden het afgelopen jaar op diverse locaties wegdekherstellingen en -vernieuwingen uitgevoerd (o.a. Kortrijksepoortstraat, Nederkouter, busstation Zuid, Eggermontstraat, Ledebergstraat), overbodige wissels verwijderd (Veerleplein) en bochtzones hersteld (Voskenslaan). Op diverse locaties wordt er permanent gemonitord en hersteld in afwachting van een totale vernieuwing. Het is ook uitkijken naar de wegdekvernieuwingen in de Grauwpoort, Sint-Salvatorstraat en Sleepstraat volgend jaar, en de voltooiing van grote werven zoals Vervaenestraat en Coupure, alsook de start van de realisatie van de Petercelle-as met onder meer voorbereidende herstellingen in de Zonnestraat.

Auteur: Matthias Vanheerentals