NMBS: treinverbinding Hamont-Weert is niet rendabel
Het doortrekken naar Weert van het Belgische spoortraject Mol-Neerpelt-Hamont is volgens de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) niet rendabel. Dat is de belangrijkste conclusie uit een eerder deze maand gepresenteerd haalbaarheidsonderzoek van de NMBS.
De Belgische minister van Mobiliteit Georges Gilkinet heeft de resultaten van het NMBS-onderzoek vorige week gedeeld met het parlement. Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is bekend met de uitspraken van de minister, maar heeft de resultaten van de studie nog niet ontvangen, meldde een woordvoerder van staatssecretaris Stientje van Veldhoven eerder op dinsdag.
Verwacht reizigersaantal niet onaanzienlijk
Uit het onderzoek, uitgevoerd door het Belgische onderzoeksbureau voor mobiliteit Stratec, blijkt dat het potentieel aan reizigers op de verbinding in beide richtingen samen “in de buurt van 1.000 reizigers per dag” ligt. Daarmee is het traject Harmont-Weert niet rendabel. Dit komt onder meer door (personeels)kosten die voor de dienst noodzakelijk zijn en vraagtekens rond de beschikbaarheid van treinstellen.
Tijdens de bespreking van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek door de Commissie Mobiliteit van het Belgisch parlement riepen enkele parlementsleden minister Gilkinet op niet zomaar voorbij te gaan aan het verwachte aantal reizigers. Volgens enkele commissieleden is een aantal van mogelijk 1.000 reizigers per dag niet onaanzienlijk.
Vervolgstappen
Over de vervolgstappen liet Gilkinet zich vorige week niet in detail uit. Wel zei hij dat hij minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen, ondanks de demissionaire staat van het kabinet, zou voortellen om zijn administratie de opdracht te geven “om de bestaande stuurgroep Nederland-België samen te roepen die het grensoverschrijdende verkeer opvolgt.”
Zo wil de de minster ervoor zorgen dat het plan voor het traject Harmont-Weert, wat nog altijd op steun van de de Belgische Tweede Kamer kan rekenen, niet stil komt te liggen. Op die manier kunnen ook de gesprekken over “de mogelijkheden rond de financiering van het project” doorgang vinden, aldus Gilkinet.
Lees meer:
