Hervorming van ETS is goed nieuws voor het spoor
De ministers van Milieu van de Europese Unie hebben eind juni overeenstemming bereikt over een algemene heroriëntatie voor de hervorming van het EU-emissiehandelssysteem (ETS). Nu zowel de Raad als het Europees Parlement hun standpunt hebben bepaald, kunnen de onderhandelingen beginnen over een definitief akkoord om de doelstellingen van het Fit for 55-wetgevingspakket te verwezenlijken. Dit is goed nieuws voor de spoorsector.
De Gemeenschap van Europese Spoorweg- en Infrastructuurondernemingen (CER) heeft goede hoop dat deze definitieve overeenkomst een koolstofbeprijzing voor alle vervoerswijzen zal omvatten, wat automatisch zal leiden tot een gelijker speelveld voor alle betrokken partijen. Bovendien zou een verstandig gebruik van de ETS-inkomsten kunnen leiden tot meer investeringen in spoorinfrastructuur. In dit artikel leggen we in zes stappen uit wat dit voor het spoor betekent.
Wat is ETS?
Het EU-emissiehandelssysteem (ETS) is een beleidsinstrument uit 2005 en wordt momenteel herzien als onderdeel van het Fit for 55-pakket. Het ETS stelt een limiet aan de toegestane broeikasgassen die installaties mogen uitstoten en verleent tegelijkertijd vergunningen aan bedrijven voor het inkopen of verhandelen van koolstofeenheden.
Deze vergunningen worden in de loop van de tijd afgebouwd als stimulans voor bedrijven om over te stappen op groenere energiebronnen. Dit verklaart deels waarom de energieprijzen stijgen. Er is namelijk meer vraag naar iets dat minder beschikbaar is. Het plotselinge economische herstel in het voorjaar van dit jaar gevolgd door de gasexportbeperkingen vanuit Rusland, zorgden echter voor een nog hogere, onverwachte vraag, en dus nog steeds hoge energieprijzen.
Waarom moet het systeem worden herzien?
Het principe van ETS is op zich een goed idee, op voorwaarde dat het op alle vervoerswijzen zou worden toegepast. Dit is precies wat er nu waarschijnlijk gaat veranderen. Onderdeel van de ETS-herziening is dat deze wordt uitgebreid naar het wegvervoer, de zeevaart en de luchtvaart, stuk voor stuk meer vervuilende vervoerswijzen dan het spoor.
Voorgesteld wordt dat per 1 januari 2025 een apart nieuw emissiehandelssysteem voor brandstofdistributie voor commercieel wegvervoer wordt ingevoerd.
In de praktijk betekent dit dat spoorbedrijven een gelijk speelveld krijgen met het wegvervoer zodat de externe kosten voor de CO2-uitstoot in evenwicht zijn. Het spoor dekte al het grootste deel van zijn externe kosten, deels door te betalen voor ETS-rechten. Klanten van het wegvervoer en de luchtvaart betalen echter niet voor de volledige hoeveelheid uitgestoten CO2 en daar zit het dus ergens fout.
Wat zit er in voor het spoor?
Naast het gelijke speelveld is er nog een andere reden voor tevredenheid in de spoorsector. Als gevolg van de herziening zullen de inkomsten uit koolstofbeprijzing hoger zijn, wat betekent dat er meer middelen beschikbaar zullen komen om milieuvriendelijkere vervoerswijzen te ondersteunen.
De CER pleit al lang voor het gebruik van deze middelen voor de spoorinfrastructuur in Europa en lijkt daar nu een consensus over te hebben gevonden. Het Europees Parlement stelde voor om 10 procent van de ETS-inkomsten te gebruiken voor duurzaam vervoer, inclusief spoor. Dit is minder dan de 25 procent die de CER voorstelt, maar die 10 procent wordt door de vereniging toch als een goede stap voorwaarts beschouwd. Die vrijgekomen fondsen zouden kunnen worden gebruikt voor de voltooiing van het TEN-T-kernnetwerk, het overbruggen van ontbrekende schakels in het netwerk en het wegnemen van knelpunten, evenals het optimaliseren van het gebruik van digitale infrastructuur, stelde het eerder.
Over welk bedrag praten we?
Wat leveren ETS-emissierechten op in termen van inkomsten? In 2019 genereerden de lidstaten 14 miljard euro door ETS-emissierechten te veilen. Uitbreiding van het ETS naar het wegvervoer zou tegen de huidige prijzen 50 miljard euro per jaar kunnen opleveren. Tot nu toe wordt minder dan 5 procent van de inkomsten uit ETS en brandstofaccijnzen toegewezen aan duurzame vervoerswijzen.
Bovendien is een Sociaal Klimaatfonds voorgesteld om kwetsbare huishoudens, micro-ondernemingen en gebruikers van het vervoer te ondersteunen. Maatregelen om een verschuiving naar het openbaar vervoer te stimuleren en de multimodaliteit te verbeteren dragen bij aan de opbouw van een energie-efficiënte emissievrije mobiliteit die bovendien betaalbaar is.
Wat wil het spoor nog meer?
Is dit de laatste dealbreaker voor de spoorwegindustrie? Als het aan de CER ligt niet. Zoals uitgelegd, zijn de hogere prijzen voor energie een neveneffect van de ETS-prijsstelling. Die hogere prijzen wegen ook zwaar op de spoorsector. Als grootverbruiker van elektriciteit betaalt het spoor ongeveer 500 miljoen euro per jaar aan het EU-emissiehandelssysteem. Dit bedrag zal in de loop der jaren alleen maar toenemen.
Volgens de CER zijn er bepaalde sectoren die meer en andere die minder steun nodig hebben, dit tegen de achtergrond van de energietransitie. Het verlagen van belastingen en heffingen voor elektrische tractie zou het spoor ondersteunen er voor te zorgen dat die vervoerswijzen die afhankelijk zijn van elektriciteit (en die het meest milieuvriendelijk zijn) niet worden benadeeld.
Belastingen op elkaar afstemmen
Het voorstel van de Commissie om de belasting op energieproducten op elkaar af te stemmen zal leiden tot relatief hogere minimumbelastingtarieven voor CO2-onvriendelijke brandstoffen. “Elektrische mobiliteit zoals het spoor mag niet meer bestraft worden. Een eerlijke CO2-prijs voor alle vervoerswijzen is daarom een logische vraag.”
Daartoe wil het Parlement een bonus-malus-systeem invoeren om de best presterende bedrijven en innovatieve projecten te stimuleren door de meest efficiënte installaties in een sector te belonen met extra gratis rechten.
“We kijken nu uit naar een vlotte start van de onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Raad. We hebben binnenkort een nieuw ETS nodig en we zullen aandringen op een slimme combinatie van beide functies in één tekst”, besluit CER CEO Alberto Mazzola.
CER stelt voor om ten minste 25 procent van de verwachte inkomsten uit het nieuwe ETS te besteden aan de verdere ontwikkeling van het spoorwegsysteem, zoals de voltooiing van het TEN-T-kernnetwerk voor het spoor, het overbruggen van ontbrekende schakels, het wegnemen van knelpunten in de spoorweginfrastructuur in Europa en het optimaliseren van het gebruik van digitale infrastructuur.