Vertragingen in het langeafstandsspoorvervoer Duitsland door stakingen en coronapandemie

Passagierstrein Deutsche Bahn, treinstation Frankfurt
Foto: Marieke van Gompel

In Duitsland is een kwart van de langeafstandstreinen niet op tijd op de bestemming aangekomen. Volgens Deutsche Bahn werd dit onder meer veroorzaakt door spoorstakingen, lockdowns vanwege de pandemie en overstromingen van afgelopen zomer. Daarnaast speelden ook werkzaamheden aan het spoornetwerk een rol.

Maar 75,2 procent van alle Duitse langeafstandstreinen bereikte in 2021 op tijd hun bestemming. Het jaar daarvoor was 81,8 procent van deze ICE- en IC/EC-treinen op tijd, wat het beste percentage in 15 jaar was. Die toename van de stiptheidscijfers was van korte duur, want het gemiddelde van vorig jaar ligt weer op het niveau van 2019.

Algemeen gemiddelde ligt een stuk hoger

Het algemeen gemiddelde wat betreft stiptheid van alle treinen van Deutsche Bahn lag een stuk hoger met gemiddeld 93,8 procent van de treinen die niet meer dan zes minuten te laat waren. Bij het berekenen van dit gemiddelde is rekening gehouden met meer dan 20.000 maandelijkse ritten voor het langeafstandsvervoer en ongeveer 780.000 maandelijkse ritten voor het lokale vervoer, inclusief S-Bahn-treinen.

Ontwrichtende factoren van historische proporties hadden vorig jaar een enorme impact op de stiptheid van het treinverkeer bij onze oosterburen. Volgens de Duitse spoorwegen mag, afgezien van infrastructuurwerken, een beschuldigende vinger worden uitgestoken naar drie factoren.

Lockdowns, stakingen en overstromingen

Als eerste reden gaf aan DB dat in de loop van de corona-lockdowns het vervoersaanbod op het spoor herhaaldelijk werd verlaagd en nadien weer werd opgetrokken. Hierdoor waren er regelmatig storingen op de raakvlakken tussen oude en nieuwe dienstregelingen. Opmerkelijk is dat toen de stiptheid in 2020 steeg, DB de helft van de verhoging precies aan corona weet. Minder reizigers verkortten toen de stoptijden op de stations en het routenetwerk werd minder belast. Daarom is het opmerkelijk dat de pandemie dit jaar wordt ingeroepen als één van de oorzaken voor de vertragingen.

De overstromingen die vorig jaar in juli plaatsvonden, zijn een tweede reden voor de lagere stiptheid, aldus DB. De schade in het algemeen – en dan vooral aan de spoorinfrastructuur – concentreerde zich hoofdzakelijk in het westen van het land.

Als derde reden maakte DB een van de zwaarste sociale conflicten in zijn geschiedenis mee. Drie stakingsgolven verstoorden herhaaldelijk de spoorwegactiviteiten, waarbij het aanbod aan langeafstandstreinen telkens werd afgebouwd. De stiptheid van de langeafstandstreinen was het laagst tussen september en november van het afgelopen jaar.

Infrastructuurwerken

Tegelijkertijd hadden grote infrastructuurwerken ook een impact op het Duitse spoorwegennet. Volgens Deutsche Bahn heeft de exploitant in 2021 meer dan ooit tevoren het spoorwegnet verder uitgebouwd en gemoderniseerd. Dit had vooral een negatieve impact op de drukbezochte knelpunten van het DB-netwerk.

Het is waarschijnlijk ook een reden voor de afname van de stiptheid. Afgelopen december trokken spoorgoederenvervoerders en -verenigingen aan de alarmbel omdat het spoorgoederenvervoer in en door Duitsland door intensieve bouwwerkzaamheden als gevolg van een achterstand aan investeringen ‘bijna stil’ kwam te liggen.

Auteur: Jos Sterk