Quigo laat eerste commerciële hogesnelheidstrein tussen Madrid en Barcelona rijden
SNCF-dochteronderneming Quigo heeft deze week de eerste commerciële hogesnelheidstrein tussen Madrid en Barcelona laten rijden. De treindiensten van Quigo vloeien voort uit de liberalisering van het Spaanse spoor door spoorbeheerder ADIF, die eind vorig jaar in gang werd gezet. Quigo krijgt in 2022 gezelschap van concurrent Ilsa, waarmee het aantal aanbieders van commerciële hogesnelheidstreinen op drie komt.
Ouigo rijdt vijf keer per dag tussen Madrid en Barcelona via Zaragoza en Tarragona, in beide richtingen. Tot aan maandag kon je in Spanje alleen via vervoerder Renfe met de hogesnelheidstrein reizen. De treinreis van Barcelona naar Madrid of omgekeerd, neemt ongeveer 2,5 uur in beslag. Een enkeltje heb je al voor 9 euro, al kost een treinkaartje in de regel ergens tussen de 15 en 99 euro.
Daarnaast is het mogelijk om drie keer per dag van Barcelona of Madrid naar Zaragoza te reizen, wat ongeveer 1 uur en een kwartier in beslag neemt. Op korte termijn moet Tarragona als bestemming worden toegevoegd. Op de middellange termijn wil Quigo ook treindiensten naar Alicante, Cordoba, Malaga, Sevilla en Valencia mogelijk maken.
De vervoerder, onderdeel van het Franse SNCF, heeft 14 exemplaren van de dubbeldeks Alstom Euroduplex in zijn vloot, die stuk voor stuk een capaciteit van 509 zitplaatsen hebben.
Vanaf 2022 drie commerciële aanbieders actief
Koepelorganisatie European Rail Infrastructure Managers (EIM) juicht de ontwikkeling toe. De organisatie vindt dat het spoor beter wordt benut door meer concurrentie toe te laten. Bovendien kunnen reizigers profiteren van meer reismogelijkheden en lagere prijzen als gevolg van concurrentie op het spoor.
Het Spaanse hogesnelheidsnetwerk beslaat ongeveer 3.400 kilometer. In 1992 werd de eerste hogesnelheidslijn, die tussen Madrid en Sevilla, in gebruik genomen.
Lees meer: