Kevin Speed, de goedkope rivaal van de SNCF, kan een EU-lening van 400 miljoen euro krijgen

Kevin Speed could secure EU financing for its push into France's high-speed rail market

De Franse exploitant Kevin Speed, een van de eerste bedrijven die de dominantie van de SNCF op het gebied van hogesnelheidstreinen in Frankrijk uitdaagt, kan binnenkort rekenen op aanzienlijke EU-financiering. De Europese Investeringsbank (EIB) overweegt de nieuwkomers te steunen voor een bedrag van ongeveer vierhonderd miljoen euro, de totale geschatte waarde van de aanbesteding bedraagt maar liefst een miljard euro.

Eerder dit jaar ondertekende Kevin Speed, dat slechts drie jaar geleden werd opgericht, een historische overeenkomst voor toegang tot het spoor (TAFA) met SNCF RĂ©seau. Het was de eerste keer in de Franse geschiedenis dat een particuliere exploitant onder zulke voorwaarden toegang kreeg tot de spoorweginfrastructuur; de staatsspoorwegmaatschappij gaf de nieuwkomers in feite het recht om hogesnelheidstreinen vanuit Parijs te laten rijden, waardoor de spoorwegmarkt echt werd geliberaliseerd.

De overeenkomst geldt voor tien jaar en de eerste diensten van Kevin Speed moeten in 2028 van start gaan. In de tussentijd hebben de nieuwkomers echter financiële steun nodig om het project van de grond te krijgen. En bemoedigend genoeg lijkt de EU mee te willen doen. De EIB, die de EU-leningen beheert, bekijkt momenteel of ze de aankoop van 20 nieuwe hogesnelheidstreinstellen en de bouw van drie onderhoudsdepots zal steunen.

EU-steun verkrijgen

Volgens de EIB voldoen de doelstellingen van Kevin Speed op sommige gebieden aan de criteria voor het verstrekken van een dergelijke lening. Het project zal bijdragen aan de openstelling van passagierstreindiensten en de groei van de hogesnelheidsmarkt. Het bevordert ook de milieuvriendelijke verschuiving van weg- en luchtvervoer naar het spoor. Het zal ook de concurrentie stimuleren in een sector met hoge toetredingsdrempels.

Als het bedrijf erin slaagt om de steun van de EIB te krijgen, zou dat een aanzienlijk verschil maken voor zijn bedrijfsmodel. Na de ondertekening van de TAFA-overeenkomst met de SNCF in maart begon het bedrijf al snel aan een nieuwe financieringsronde. Naar verluidt hoopte het 1,2 miljard euro aan vreemd en eigen vermogen op te halen, met Nomura, Santander CIB en langetermijnpartner EY als gemachtigden.

Vorige maand kondigden vertegenwoordigers aan dat ze de eerste fondsen van het bedrijf, zo’n vier miljoen euro, hadden binnengehaald. De kapitaalverhoging zou Kevin Speed in staat stellen om “de ontwikkeling van innovatieve exploitatie- en onderhoudslocaties (…) voor een geoptimaliseerde rotatie van treinen (…) en de verkoop van zitplaatsen tot tien keer per dag” te financieren, aldus het bedrijf in een persbericht. Dat is echter peanuts vergeleken met wat een EIB-lening zou kunnen doen voor de Franse nieuwkomers.

Hoge snelheid, lage kosten

In wezen hoopt Kevin Speed het Franse spoorwegnet op te schudden door goedkope hogesnelheidstreinen aan te bieden die de Franse provincies met de grote steden verbinden. Het bedrijf zal zijn diensten beginnen met treinen op een open-toegangsbasis langs drie corridors van Parijs naar Lyon, Lille en Straatsburg. Met plannen voor 16 treinen per dag in beide richtingen, elk uur van 6 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds, begint de hoofddienst, “Illisto” genaamd, bij drie euro per 100 kilometer tijdens daluren voor treinen naar Straatsburg en Rijsel. Vervolgens vanaf vijf euro per 100 kilometer tijdens daluren voor treinen naar Lyon. En het bedrijfsmodel lijkt zinvol.

De SNCF plukt nu al de vruchten van volgeboekte hogesnelheidslijnen, met een recordaantal passagiers en een aanhoudende winstgevendheid voor het derde achtereenvolgende jaar. Maar ondanks de aanzienlijke investeringen zijn er momenteel geen plannen om de prijzen te verlagen. Daarom is er, met de hulp van de EIB, misschien ruimte voor bedrijven als Kevin Speed om te floreren op de almaar groeiende Franse markt voor hogesnelheidstreinen.

Lees meer:

Dit artikel is automatisch vertaald vanuit het Engels naar het Nederlands.

Auteur: Thomas Wintle

Bron: RailTech.com