Limburg: ‘Desnoods zowel NS als Arriva op Eindhoven-Heerlen-Aken’
De Nederlandse provincie Limburg dringt aan op een mogelijke samenwerking tussen NS en Arriva om de intercitydienst tussen Eindhoven, Heerlen en Aken indien nodig in stand te houden. Ze zijn niet bereid om tot 2032 te wachten op een ononderbroken dienst tussen de drie steden, zoals voorgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Gedeputeerde Staten vinden de grensoverschrijdende treinverbinding van groot belang. “Deze verbinding vergroot de kansen in de Euregio aanzienlijk. We blijven lobbyen, maar erkennen uitdagingen bij knooppunt Eindhoven,” vertelde een provinciewoordvoerder aan De Limburger.
Tijdens de recente Provinciale Statenvergadering stelde verantwoordelijk gedeputeerde Jasper Kuntzelaers (PvdA) dat een volwaardige intercityverbinding tussen Eindhoven en Aken op dit moment onhaalbaar wordt geacht door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op station Eindhoven is extra spoorcapaciteit nodig, waarvoor honderden miljoenen euro’s aan investeringen nodig zijn. Intercity’s op het traject worden volgens het ministerie niet voor 2032 verwacht. Een intercity voor en na de spits zou echter eerder haalbaar kunnen zijn.
De D66 Provinciale Statenfractie denkt dat er andere factoren in het spel zijn. “We kunnen moeilijk om de conclusie heen dat NS noch het ministerie deze verbinding ziet zitten. Ze lijken nieuwe obstakels en vertragingstactieken op te willen werpen. We stapelen al achttien jaar onderzoeken op”, zegt Assembleelid Leon Vaessen tegen het Limburgs Dagblad. Hij eist verantwoording van de uitvoerende macht over de pogingen om het traject Eindhoven-Heerlen-Aken op te nemen in de concessie voor het hoofdrailnet.
Kees Braam, de Limburgse vertegenwoordiger van reizigersbelangenorganisatie Rover, denkt dat met wat goede wil een intercitydienst tussen Eindhoven en Aken overdag zou kunnen rijden. “Als NS een intercitydienst schrapt en Arriva het overneemt, zouden er geen problemen moeten zijn op het traject”, meent hij. Regionaal vervoerder Arriva heeft aangegeven klaar te zijn voor een dergelijk scenario.
De terughoudendheid van NS ten opzichte van de intercityverbinding werd afgelopen april duidelijk. Aanvankelijk streefden ze naar een dagrandverbinding eind 2023. Om dit te realiseren is in ieder geval het eerste jaar samenwerking tussen NS en Arriva nodig. Als alternatief biedt een dagrandverbinding vanaf december 2024 meer tijd voor samenwerking. Daarnaast kunnen alternatieve governance-opties, onafhankelijk van NS, worden onderzocht.
Het delen van het traject Eindhoven-Aken tussen twee vervoerders is juridisch complex vanwege overlappende concessies. NS toonde zich bezorgd over de mogelijke juridische risico’s van samenwerking met Arriva in deze context. Advocatenkantoor Pels Rijcken adviseerde dat “de verantwoordelijkheid en inhoudelijke beoordeling uiteindelijk bij NS ligt.” Gezien de onzekerheden en vragen van NS is het draagvlak voor samenwerking binnen NS beperkt.
In Limburg wordt nu voorgesteld om de twee vervoerders afwisselend te laten rijden in plaats van samen te werken.
Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd door onze zusterwebsite SpoorPro.nl.
Verder lezen:
- De Lijn werkt samen met OTIV en CAF voor veiliger trams
- Brussel gaat niet akkoord met concessie hoofdrailnet voor NS
- Limburg en Maastricht dagen Vlaanderen voor de rechter over tramlijn
- 90 procent van het Belgische netwerk is nu geëlektrificeerd
- De hordes van de Nederlands-Duitse trein Eindhoven-Aken: ‘dit jaar nog niet operationeel’