Nederlandse overheid herijkt kwaliteitsnorm voor spoorwegen

Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, heeft nu zijn kwaliteitsnorm voor het Nederlandse spoor vastgesteld:Basiskwaliteit Nederlands Spoor (BKN Spoor). Rijkswaterstaat en ProRail zullen voortaan op basis van deze nieuwe norm beslissingen nemen over het onderhoud en de verbetering van het spoor. Dit schrijft demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen aan de Tweede Kamer.

“De onderhoudsbehoefte, de beschikbare capaciteit op het spoor, de beschikbaarheid van personeel en de budgettaire middelen vragen om een nieuwe balans”, schrijft Heijnen. “Omdat het onderhoud aan het spoor de komende tijd naar verwachting toeneemt en de onderhoudskosten stijgen, moeten er keuzes worden gemaakt om budget en prestaties beter op elkaar af te stemmen en de voorspelbaarheid te vergroten.”

Het vaststellen van de kwaliteitsnorm Basiskwaliteit Nederlands Spoor (BKN Spoor) is volgens zowel de staatssecretaris als ProRail noodzakelijk voor een structureel veilig en betrouwbaar spoorwegnet. “Omdat het onderhoud aan het spoor de komende tijd naar verwachting toeneemt en de onderhoudskosten stijgen, moeten er keuzes worden gemaakt om budget en prestaties beter op elkaar af te stemmen en de voorspelbaarheid te vergroten”, stelt Heijnen.

Met alles in het achterhoofd voorziet de staatssecretaris de volgende maatregelen:

  • “EfficiĆ«ntere uitvoering: Het verkennen van mogelijkheden om personeel en capaciteit efficiĆ«nter in te zetten. Dit geldt zowel voor ProRail als voor de samenwerking met de markt. Dit zal onder andere resulteren in meer dagbesteding in de komende jaren en een meer gelijkmatig over het jaar gespreide dienstregeling. Dit sluit aan bij een in 2017 ingezette ontwikkeling met alle bij het spoor betrokken partijen om de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het spoor op lange termijn te waarborgen, het spoorwerk aantrekkelijker te maken tijdens krapte op de arbeidsmarkt en de onderhoudskosten te verlagen. Desondanks wordt verwacht dat er overdag en buiten vakantieperiodes meer verstoring op het spoor kan zijn.
  • Gerichte keuzes in maatschappelijke ambities en ontwikkelingen: Klimaatneutrale en circulaire infrastructuurprojecten en schoon en emissieloos bouwen zijn belangrijke doelen in het BKN Spoor. Aanvullende duurzaamheidsambities, zoals het vergroenen van grijze oppervlakken en het bevorderen van biodiversiteit rond het spoor, kunnen op dit moment niet in de basiskwaliteit worden opgenomen. Daarnaast bezie ik wat passend is om op te nemen in het BKN Spoor voor een ontwikkeling als klimaatadaptieve infrastructuur.
  • Kritische beoordeling van beheer en onderhoud van stations: Stations in Nederland hebben over het algemeen een hoog voorzieningen- en kwaliteitsniveau. Middelen voor onderhoud dragen hier tot op zekere hoogte aan bij. De stations blijven regelmatig schoon en voor iedereen toegankelijk, maar de optimale frequentie van periodieke structurele schoonmaak zal opnieuw worden beoordeeld. Het onderhoud van ongebruikte fietsenstallingen zal worden teruggeschroefd.
  • Kritische beoordeling van wisselverwarming: Het klimaat verandert en het gemiddelde aantal winterse dagen neemt af. Daardoor zal er op termijn minder verwarming nodig zijn. Daardoor zal er op termijn minder behoefte zijn aan wisselverwarming. Bij het vervangen van wisselverwarming zal zorgvuldig worden bekeken of het essentieel is om een betrouwbare dienstregeling te behouden tijdens winterweer. Dit kan betekenen dat de dienstregeling tijdens winterweer eerder overschakelt op een landelijk verlaagde dienstregeling.”

Met deze maatregelen – door Heijnen richtlijnen genoemd – stelt de staatssecretaris dat “we zorgen voor een goede basiskwaliteit van onze spoorinfrastructuur.”

Onderhoud op lange termijn

Verder wordt er gewerkt aan een plan voor de langere termijn. “De komende tijd ga ik samen met ProRail langs verschillende denklijnen bekijken hoe de doelmatigheid van het langetermijnonderhoud (vanaf 2030) verder verbeterd kan worden”, aldus Heijnen. De volgende aspecten worden onder de loep genomen:

  • “Ten eerste gaan we onderzoeken hoe differentiatie in het netwerk kan bijdragen aan lagere onderhoudskosten. Differentiatie in het netwerk betekent dat binnen de ruimte die TEN-T biedt, verschillende eisen worden gesteld aan spoorwegactiva, afhankelijk van het gebruik ervan. Er zal ook rekening worden gehouden met militaire mobiliteitseisen voor het netwerk.
  • We zullen ook de mogelijkheden voor efficiĆ«ntie door digitalisering onderzoeken. De overgang naar 5G op treinen zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot minder kabels en leidingen rond het spoor, waardoor toekomstig onderhoud eenvoudiger en goedkoper wordt.
  • Daarnaast zullen we onderzoeken of en hoe stations in de toekomst meer gestandaardiseerd kunnen worden. Dit bespaart op bouwkosten, maar betekent ook dat toekomstig stationsonderhoud zo efficiĆ«nt mogelijk wordt ontworpen.
  • Tot slot onderzoeken we de effecten van een mogelijke onderhoudsaanpak waarbij een baanvak voor langere tijd buiten dienst wordt gesteld en er in die tijd een grotere variĆ«teit aan werkzaamheden wordt uitgevoerd, waardoor het spoor daarna veel langer buiten dienst kan blijven.”

Volgens de betrokken partijen was de herijking nodig omdat de onderhoudsopgave groter is dan aanvankelijk gedacht en de kosten hoger zijn dan gehoopt. “In het regeerakkoord van het huidige kabinet zijn structureel extra middelen uitgetrokken voor het onderhoud van onze netwerken, 1,5 miljard euro per jaar”, schrijft Heijnen. “Met de extra middelen uit het regeerakkoord wordt meer onderhoud en renovatie aan het spoor gerealiseerd. Omdat de onderhoudsopgave tegelijkertijd toeneemt, wil ik ervoor zorgen dat deze middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. Daarom herijk en valideer ik elke vier jaar de onderhoudskosten van het spoor. Uit de laatste herijking blijkt dat de kosten voor spoorwegonderhoud de komende jaren hoger zullen zijn en meer zullen stijgen dan een paar jaar geleden tijdens de vorige herijking werd ingeschat.”

“Betaalbaarheid en haalbaarheid van ons spoornetwerk zijn bij dit alles een uitdaging. Er moeten keuzes gemaakt worden om de opgave en het budget ook voor de lange termijn in balans te houden. Besluitvorming hierover is nodig zodat ProRail voor de zomer duidelijkheid heeft over de kaders voor de meerjarenwerkprogrammering. Zo’n meerjarenprogrammering biedt voorspelbaarheid voor alle betrokken partijen en biedt ook mogelijkheden om efficiĆ«nter te werken. Gezien de demissionaire status van het kabinet is er behoefte aan duidelijkheid voor ProRail om te voorkomen dat noodzakelijk spooronderhoud of vernieuwing stil komt te liggen.”

‘Achterstallig onderhoud in de Rotterdamse haven aanpakken’

Volgens Heijnen staat het BKN Spoor “voor een stabiel, langjarig en robuust onderhoudsniveau van het Nederlandse spoor, zoals dat ook voor de netwerken van Rijkswaterstaat is ontwikkeld. De aanpak die is gevolgd bij het vaststellen van het BKN Spoor is vergelijkbaar met het basiskwaliteitsniveau voor de netten van Rijkswaterstaat. Net als bij de RWS-netten is het uitgangspunt voor het BKN Spoor een efficiĆ«nte en duurzame onderhoudsinspanning die haalbaar en uitvoerbaar is en past binnen de beschikbare budgetten, waarbij een structureel veilig en betrouwbaar spoorwegnet gewaarborgd blijft. Het BKN Spoor geeft dus voor de lange termijn duidelijkheid over de basiskwaliteit in het hele land en creĆ«ert voorspelbaarheid voor ProRail, aannemers en vervoerders.”

Als de basiskwaliteit van het spoor niet geborgd is, bestaat het risico dat de vervoersprestaties onvoorspelbaar worden en afnemen. “Dat wil ik zoveel mogelijk voorkomen”, schrijft Heijnen, eraan toevoegend dat er “weinig ongepland uitgesteld of achterstallig onderhoud is op het Nederlandse spoor”. Het Rotterdamse havengebied, dat door veel goederenvervoerders wordt gebruikt, is hierop een belangrijke uitzondering. Mijn doel is om achterstallig onderhoud in de Rotterdamse haven aan te pakken en ongepland uitgesteld onderhoud in de toekomst te voorkomen.”

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd door onze zusterpublicatie SpoorPro.

Verder lezen:

Dit artikel is automatisch vertaald vanuit het Engels naar het Nederlands.

Auteur: Jeroen Baldwin

Bron: RailTech.com