Limburg en Maastricht dagen Vlaanderen voor de rechter over tramlijn
Op 30 januari meldde SpoorPro dat op 5 maart de rechtszaak zou worden aangespannen door de Provincie Limburg en de Gemeente Maastricht tegen het Vlaams Gewest en de Vervoersmaatschappij De Lijn. In deze zaak eisen de Nederlandse partijen dat de Vlaamse partijen hun financiële verplichtingen nakomen in een voorgenomen tramproject. Dat was echter niet helemaal juist, zo blijkt. Op 5 maart 2024 hebben de provincie en de gemeente besloten om inderdaad door te gaan met de rechtszaak.
Dat zegt woordvoerder Lars Hamers van de Provincie Limburg. Hij bevestigde niet of het inderdaad de bedoeling was dat de zaak op 5 maart behandeld zou worden, of dat het een ultieme deadline was voor de Vlaamse partijen om de zaak in der minne te schikken. Het tramproject betrof een tramverbinding tussen de hoofdsteden van Nederlands en Belgisch Limburg, namelijk Maastricht en Hasselt. Dit plan was al twintig jaar in voorbereiding en er was veel geld mee gemoeid.
In mei 2022 trokken de Vlamingen zich echter plotseling terug uit het project. De Provincie Limburg en de gemeente Maastricht moesten zich daarbij neerleggen, maar willen nu 19,6 miljoen euro terug van Vlaanderen, voor reeds gemaakte kosten. Die kosten bedragen in totaal 22,6 miljoen euro, maar Vlaanderen maakte al drie miljoen euro over, ter compensatie, omdat een deel van de tramlijn in Maastricht moest worden ingekort.
“Vanaf het moment van eenzijdige opzegging hebben beide Nederlandse partners (gemeente Maastricht en provincie) initiatieven genomen om via formele en informele gesprekken tot bevredigende afspraken met Vlaanderen te komen”, schrijft gedeputeerde Jasper Kuntzelaers aan Provinciale Staten. “Via onze aankondiging in januari 2024 hebben wij u laten weten dat wij aan Vlaanderen kenbaar hebben gemaakt dat wij hen tot 1 maart 2024 de tijd zouden geven om met bevredigende voorstellen te komen. Als dat niet gebeurt – zo hebben we ze laten weten – zullen we juridische stappen ondernemen”, vervolgt hij.
Ondanks dit feit blijven de Nederlandse partijen bereid om een minnelijke oplossing te bespreken. “Hoewel we open staan en blijven staan voor gesprekken, is er tot op heden geen concreet voorstel van Vlaanderen richting ons gekomen. Om die reden hebben de gemeenteraad van Maastricht en Gedeputeerde Staten van Limburg besloten een gerechtelijke procedure te starten bij de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht. We hebben beide Vlaamse projectpartners (De Lijn en Vlaanderen) hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.”
Wanneer de zaak voorkomt is nog onduidelijk.
Dit artikel verscheen eerst op onze zusterwebsite SpoorPro.nl.
Verder lezen:
- België trekt stekker uit grensoverschrijdende tram naar Nederland, tot ongenoegen van Nederlanders
- De hordes van de Nederlands-Duitse trein Eindhoven-Aken: ‘dit jaar niet operationeel’
- Duitsland, België en Nederland tekenen voor nieuwe grensoverschrijdende dienst