Rechtstreekse gunning aan NS tegen de wens van de Europese Commissie kan duur uitpakken, geeft Nederlands ministerie toe
Als Nederland doorgaat met het gunnen van de hoofdspoornetconcessie aan NS zonder aanbestedingsprocedure en de Europese rechter zou dit onrechtmatig verklaren, dan kan de Nederlandse overheid een boete tegemoet zien van minimaal 3,8 miljoen euro, en zonder maximum, aldus de Nederlandse staatssecretaris Vivianne Heijnen.
Staatssecretaris van Infrastructuur Vivianne Heijnen zei dit in een brief aan de Tweede Kamer, meldt het Nederlandse zusterblad SpoorPro. Ze schreef dit na vragen over de mogelijke juridische, sociale en financiële gevolgen als de Europese Commissie gelijk krijgt. Ze stuurde ook een brief aan de Commissie in Brussel, in reactie op een formeel bericht van hun kant eerder in juli waarin Nederland werd gewaarschuwd dat het een inbreukprocedure start met betrekking tot hun concessieplannen. Vanaf december 2023 zal het niet langer mogelijk zijn om een concessie rechtstreeks aan een exploitant te gunnen, omdat er nieuwe Europese regels van kracht worden.
Het huidige contract met NS, het Nederlandse staatsspoorwegbedrijf, loopt af eind 2024. De huidige regering – hoewel er op 22 november nieuwe verkiezingen worden gehouden – en een meerderheid van het parlement zijn er echter voorstander van om de volgende concessie weer direct aan NS te gunnen voor de periode 1 januari 2025 tot eind 2033. Dit betekent dat de regering de concessie voor het einde van dit jaar vervroegd aan NS moet gunnen, terwijl de concessieperiode pas in 2025 zou beginnen. Een dubieuze juridische situatie, die volgens de Commissie “zonder objectieve rechtvaardiging” is.
Andere vervoerders not amused
In Nederland mogen andere vervoerders alleen concurreren in het regionale spoorvervoer. Spoorwegmaatschappijen Arriva en Keolis rijden bijvoorbeeld treinen in respectievelijk Noord- en Oost-Nederland. Deze concessies worden gedaan via een aanbestedingsprocedure, maar dit is niet het geval voor het hoofdspoornetwerk. Arriva rijdt sinds 2021 ook enkele nachtelijke treinen op het hoofdrailnet in vrije toegang, maar dit kan alleen buiten de concessieomvang en de dienstregeling van NS, waardoor de mogelijkheden beperkt zijn.
Deze andere vervoerders willen graag de kans krijgen om mee te dingen in een aanbesteding voor (delen van) het hoofdrailnet. Ze zijn verenigd in de Federatie van Vervoersbedrijven (FMN) – waar onder andere Arriva, Transdev en Keolis deel van uitmaken. In de zaak oordeelde de rechter dat het gunningsproces kon worden voortgezet, en in een tweede uitspraak achtte de rechtbank zich niet bevoegd om te oordelen over de onderhandse gunning door de Staat van de concessie voor het hoofdrailnet aan NS. “Het is opvallend dat de rechtbank, net als drie eerdere rechters, wel vindt dat de Europese regels onduidelijk zijn en toch nalaat om het Europese Hof om duidelijkheid te vragen over de uitleg van die regels”, zei FMN destijds.
De Europese Commissie overweegt inmiddels naar het Hof van Justitie van de Europese Unie te stappen. Als dit doorgaat, en na een procedure de onderhandse gunning in strijd met de regels wordt geacht, kan dit grote gevolgen hebben voor Nederland, en NS.
250.000 boete per dag
“Als het EU-Hof oordeelt dat er sprake is van een inbreuk op de EU-wetgeving, en de lidstaat geeft geen gehoor aan deze uitspraak, dan kan de EC een tweede procedure starten waarin het EU-Hof wordt verzocht de lidstaat een dwangsom en/of boete op te leggen”, aldus de Nederlandse staatssecretaris Heijnen in haar brief. “De hoogte van boetes/straffen die het EU-Hof oplegt hangt af van de ernst en duur van de overtreding. Een boete is minimaal 4.170 en maximaal 250.200 euro per dag. Een boete is minimaal 3.892.000 euro per overtreding, zonder maximum”.
Het Europese Hof zou beslissen over de hoogte van een boete en niet de Europese Commissie. Als de voorgenomen gunning van de hoofdrailnetconcessie in de huidige vorm niet door kan gaan en moet worden aangepast, kan dat betekenen dat er meer ruimte moet komen voor vervoerders die open-access diensten aanbieden, zegt Heijnen. “De sturingsmogelijkheden die binnen de concept hoofdrailnetconcessie mogelijk zijn als het gaat om bijvoorbeeld kwaliteit, betrouwbaarheid en betaalbaarheid ontbreken echter voor de vervoerder(s) die zijn diensten in open access aanbiedt.”
Een gedwongen keuze voor openbaar aanbesteden zal leiden tot “onzekerheid op het Nederlandse spoor voor reizigers en belastingbetalers”, aldus de staatssecretaris. Hoewel de zaak ingewikkeld is en zich op een nieuw juridisch terrein bevindt met nieuwe regels die van kracht worden, ziet de Nederlandse staatssecretaris de uitkomst van het geschil met de EC “met vertrouwen” tegemoet.
Lees meer: