75% van de klimaatplannen negeert het spoor: kan COP28 dit veranderen?
Deze donderdag is in Dubai de VN-klimaatconferentie COP28 van start gegaan. Hoewel vervoer niet een van de hoofdonderwerpen is, doen organisaties uit de spoorwegsector hun best om zoveel mogelijk de aandacht op het spoor te vestigen door te pleiten voor het spoor als belangrijke speler in het terugdringen van emissies.
Een van de hoofddoelen van COP28, die plaatsvindt tussen 30 november en 12 december, is een wereldwijde inventarisatie van de voortgang ten opzichte van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad. Ook staan beperking van en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering hoog op de agenda. Op de eerste dag werd al een verlies- en schadefonds gesloten om ontwikkelingslanden bij te staan die bijzonder kwetsbaar zijn voor de nadelige gevolgen van klimaatverandering.
Het is de 28e keer dat de landen van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) bijeenkomen en de conferentie vindt plaats in Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten. Voor het begin van COP28 werden er beschuldigingen geuit dat de VAE van plan waren om de klimaatbesprekingen te gebruiken om oliedeals te sluiten, door het Centre for Climate Reporting in samenwerking met de BBC. Hoewel de Emirati-voorzitter van de VN-klimaatconferentie deze aantijgingen ontkent, heeft het al een smet geworpen op de groene vooruitzichten van COP28.
De klimaatconferentie zal naar verwachting meer dan 70.000 deelnemers tellen. Hoewel transport ongeveer een vijfde van de totale wereldwijde uitstoot veroorzaakt, is het niet een van de hoofdonderwerpen van de bijna twee weken durende conferentie. Op woensdag 6 december staat vervoer echter wel op de agenda. Op die dag staat het EU-paviljoen op de conferentie in het teken van vervoer, waar de ‘EU Transport Day’ wordt georganiseerd.
Drie belangrijke boodschappen van de UIC
Als officiële waarnemersorganisatie binnen het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (UNFCCC) heeft de Internationale Spoorwegunie (UIC) de kans om deel te nemen aan het proces en de stem van de spoorwegen in de dialoog te brengen. Een “high-profile delegatie” is klaar om aanwezig te zijn en de substantiële bijdrage van de spoorwegsector aan de beperking van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling te benadrukken, schrijft UIC in een update.
Het belangrijkste doel van de UIC-delegatie op de COP28 is het benadrukken van de rol van de spoorwegen in de aanpak van klimaatverandering en het verbeteren van duurzaamheid. Ze richt zich op drie belangrijke boodschappen. De eerste is op beleidsniveau: UIC pleit voor de opname van het spoor in Nationally Determined Contributions (NDC’s). Elk land dat de Overeenkomst van Parijs in 2015 heeft ondertekend, moet een NDC opstellen en dit elke vijf jaar bijwerken. De UIC Sustainability Unit heeft een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat momenteel slechts 25 procent van de NDC’s spoorwegen bevatten en slechts 10 procent specifieke doelen voor het spoor. De volgende cyclus van NDC’s wordt verwacht in 2025 en het onderzoek biedt een analyse en aanbevelingen voor landen over hoe ze de doelstellingen voor spoorwegen in de NDC’s kunnen uitbreiden. De volledige studie wordt op vrijdag 1 december gepubliceerd.
Ook de CER, de Europese brancheorganisatie van de spoorwegen, is aanwezig op de COP28 en wil dat de spoorwegen expliciet worden opgenomen in nationale klimaatplannen. Ethem Pekin, hoofd economisch beleid en duurzaamheid van de CER: “Op de COP28 willen we graag bindende besluiten zien over klimaatmaatregelen, zoals de implementatie van koolstofbeprijzing op basis van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het stopzetten van subsidies voor fossiele brandstoffen en het opnemen van spoorwegen in de nationale klimaatplannen als een effectieve manier om klimaatverandering tegen te gaan.”
De ‘financieringskloof’ van het spoor overbruggen
Een tweede belangrijk aandachtspunt van de UIC op de klimaattop is dat investeringen in spoorweginfrastructuur in lage- en lagere middeninkomenslanden van vitaal belang zijn om een sterke groei van de transportemissies te voorkomen. Samen met Alstom, de Universiteit van Birmingham en adviesbureau Roland Berger, met een bijdrage van de Wereldbank, heeft de UIC een witboek en studie opgesteld met de titel “Bridging the rail finance gap: challenges and opportunities in low and lower-middle income countries”. Voorbeelden van landen gedefinieerd als lagere middeninkomenslanden zijn Oekraïne, Egypte en India, en lage inkomenslanden Ethiopië, Nepal en Afghanistan, en is gebaseerd op hun Bruto Nationaal Inkomen per hoofd van de bevolking. Alle landen worden weergegeven op de kaart hieronder.
Als de vervoersemissies in lage- en lagere-middeninkomenslanden in hetzelfde tempo groeien als in hoge-inkomenslanden, kan de wereldwijde uitstoot met 16 procent toenemen. Investeringen in het spoor kunnen deze landen helpen om de klimaatdoelstellingen te halen door het modale aandeel van het spoor te verviervoudigen tot 8 procent, wat volgens de studie in totaal 1,8 gigaton koolstofemissies zou voorkomen tegen 2050.
Tot slot was de UIC mede-initiatiefnemer van een open brief waarin wordt opgeroepen tot fossielvrij vervoer. Hierin worden “regeringen, klimaat-, ontwikkelings- en particuliere financiers, filantropische instellingen, bedrijven, academische instellingen en maatschappelijke organisaties gevraagd om doortastende en dringende actie te ondernemen om het aandeel energie-efficiënte en fossielvrije vormen van vervoer over land voor mensen en goederen tegen 2030 te verdubbelen, door zich te richten op verschuivingen naar openbaar vervoer, lopen, fietsen en goederenvervoer per spoor, evenals elektrische voertuigen en spoorwegen”.