Meer treinen door rood licht maar het risiconiveau was nog nooit zo laag

Rood sein
Infrabel plukt de vruchten van de uitrol van ETCS. Benjamin Brolet / Infrabel

In 2022 reden er 87 treinen door een rood licht op de hoofdsporen. Dit is een stijging ten opzichte van 2021 toen er 72 seinvoorbijrijdingen waren. Maar ondanks dit was het risiconiveau nooit zo laag: in 11 van de 87 gevallen – ofwel 13 procent – werd vorig jaar het eerste potentieel gevaarlijk punt bereikt. Het aantal potentieel gevaarlijke situaties was nooit zo laag. Volgens Infrabel is dat een rechtstreeks gevolg van de uitrol van het veiligheidssysteem ETCS en het automatisch stopsysteem TBL1+.

Vorig jaar waren er 87 seinvoorbijrijdingen op de hoofdsporen. Dit zijn er 15 meer dan in 2021 toen er 72 seinvoorbijrijdingen waren. Er gebeurde geen enkel ongeval en er viel geen enkel slachtoffer bij een van deze seinvoorbijrijdingen. Infrabel benadrukt dat niet elke seinvoorbijrijding een gevaarlijke situatie oplevert. “Zolang een trein het ‘eerste potentieel gevaarlijk punt’ – voornamelijk bij een kruising met een ander spoor – na een sein niet bereikt, is er geen risico”, zegt woordvoerder Frédéric Petit.

Bijsporen

Het ‘eerste potentieel gevaarlijk punt’ werd vorig jaar 11 keer bereikt, ofwel in 13 procent van de gevallen. Dat is minder dan de jaren daarvoor: 2021 (25 procent) en 2020 (36 procent). Het aantal potentieel gevaarlijke situaties was volgens Infrabel nooit zo laag als in 2022.” Ook op de bijsporen op het netwerk, waar de treinen aan lage snelheid rijden (20 tot 40 km/u) en het ‘lege’ ritten betreft zonder reizigers, is het aantal seinvoorbijrijdingen aanzienlijk gedaald: 37 in 2022 tegenover 65 in 2021.

Eerste potentieel gevaarlijk punt

Volgens Infrabel is de daling van het aantal potentieel gevaarlijke situaties te danken aan de uitrol van de verschillende veiligheidssystemen waarmee Infrabel het spoornet gradueel aan het uitrusten is. Wanneer de systemen ETCS of TBL1+ tussenkwamen, werd het eerste potentieel gevaarlijk punt vermeden in ruim 9 op 10 van de voorvallen (92 procent). “In de resterende gevallen was er geen tussenkomst ​van het veiligheidssysteem ETCS of van het automatisch stopsysteem TBL1+ mogelijk aangezien het onder meer ging over het opduwen van een trein en rangeerbewegingen, maar dit was telkens aan een heel lage snelheid (minder dan 20 km/u)”, benadrukt Petit. Vandaag beschikt 49 procent (of 3.144 km) van de hoofdsporen over ETCS. In 2022 werd er 740 km spoor met ETCS in dienst genomen. De komende jaren zet Infrabel zijn inspanningen verder. Het doel is om tegen eind 2025 het volledige Belgische spoorwegnet uit te rusten. Dan zal Infrabel zich in de top 3 van de meest veilige Europese sporen vestigen.

Preventieve inspanningen

Naast de uitrol van de verschillende veiligheidssystemen hebben ook andere initiatieven van Infrabel, onder meer naar het eigen personeel, hun vruchten afgeworpen om seinvoorbijrijdingen tegen te gaan. In het voorjaar van 2022 organiseerde Infrabel een forum terreinervaring waarbij operationele medewerkers werden uitgenodigd. “Via dergelijk forum wensen we de veiligheid te verhogen door elkaars rol en verwachtingen beter te begrijpen: aandachtspunten, problemen en tekortkomingen te identificeren en te begrijpen én samen oplossingen voor te stellen en uit te werken”, zegt Fréderic Petit. Infrabel lanceerde ook het hulpmiddel ‘InfraSPAD’ waarbij de Infrabel-treinbestuurders (werktreinen) via een mobiel apparaat een melding krijgen als ze in de buurt van een gesloten sein komen. De uitrol hiervan werd gestart en zal tot het voorjaar van 2023 doorlopen.

Lees ook:

Auteur: Matthias Vanheerentals