Hebben de EU-ministers van Transport oor voor de noden van de spoorwegsector?
De informele bijeenkomst van de EU-ministers van Transport op vrijdag 21 oktober zou voor de spoorsector tastbare energiemaatregelen opgeleverd kunnen hebben. We zeggen ‘zou’, want het ziet er voorlopig niet naar uit dat dit daadwerkelijk het geval zal worden.
De energiecrisis, en in het bijzonder de elektriciteitscrisis die het goederen- en passagiersvervoer per spoor teistert, heeft momenteel de focus van de ministeriële bijeenkomst gemonopoliseerd, waarbij enkele voorgestelde maatregelen het licht zagen. Maar voldoen deze aan de behoeften van de sector?
Rood alarm
Spoorwegbonden en -verenigingen luiden al een paar weken rood alarm over de levensvatbaarheid van het spoorvervoer in de context van de torenhoge elektriciteitsrekeningen die exploitanten moeten betalen, wat ook leidt tot prijsstijgingen van de einddiensten en het ontmoedigen van klanten om vracht op via het spoor te transporteren.
Sinds begin september heeft UIRR benadrukt dat de gecombineerde transportsector zonder regulering van de elektriciteitsprijzen niet kan concurreren met het langeafstandstransport. Daarnaast hebben ERFA en CER formele onderzoeken ingediend bij de Europese Commissie, met het verzoek om een omgekeerde modal shift als gevolg van de hoge elektriciteitsprijzen te voorkomen.
Een officiële brief
Over de laatste ontwikkelingen stuurde CER een officiële brief aan de voorzitter van de EU-commissie, Ursula von der Leyen, waarin onmiddellijke actie werd gevraagd en concrete maatregelen werden voorgesteld om de druk op de spoorwegsector te verlichten.
Vorige week drongen ERFA, UIRR en UIP er bij de EU op aan om het noodinterventiemechanisme voor het spoorvervoer te activeren, een stap waar de industrie op rekent sinds de EU haar plannen aankondigde. Die plannen hebben echter nog geen concrete resultaten opgeleverd.
Compensatie is de enige doeltreffende maatregel
Wat betreft de informele bijeenkomst van de ministers van Transport van de EU: die ministers leken de verzuchtigingen van de spoorwegsector niet helemaal te begrijpen.
Ondanks de toezegging van de ministers dat de elektrificatieprocessen niet mogen stagneren vanwege de aanhoudende crisis en dat elektrisch aangedreven spoor centraal moet blijven staan, hebben ze niet veel concrete maatregelen aangekondigd om de levensvatbaarheid van de sector te waarborgen.
De enige tastbare actie die werd voorgesteld, was compensatie en andere steun aan spoorwegexploitanten zonder daarover veel meer in detail te treden.
Vooral gericht op energiebesparende acties
Het is het de enige voorgestelde maatregel die in overeenstemming is met de voorstellen van CER om het spoor op te nemen in de begunstigden van de overtollige inkomsten die voortvloeien uit het EU-interventieplan voor de energiemarkt. Concreet betekent dit de prijzen voor spoortoegangsheffingen te verlagen, op te heffen of uit te stellen en voldoende staatssteunregelingen voor te bereiden voor het spoor om financiële verliezen tot 2 miljard euro te dekken.
De overige voorstellen zijn voornamelijk gericht op energiebesparende acties zoals het gebruik van verplichte meetsystemen voor energieverbruik, programma’s voor energiereductie, investeringen in schone energieprojecten en effectief beheer van elektrische verwarming van schakelaars en capaciteitsbeheer.
Zullen ze voldoende zijn om de galopperende elektriciteitsprijzen tegen te gaan? Ten eerste moeten de ministers ervoor zorgen dat de informele voorstellen worden omgezet in concrete acties die klaar zijn voor uitvoering. Wanneer dat is gebeurd, zou het raadplegen van de sector de beste aanpak kunnen zijn om problemen op te lossen. In dat geval zou de sector de kans krijgen om zich duidelijk uit te spreken over haar behoeften.