MIVB opent de jacht op de dode bladeren om veiligheid op de tramsporen te garandere
Het is weer herfst, de blaren vallen van de bomen en dat brengt extra problemen mee voor de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB.
Dode blaren maken vooral bij regenweer de tramsporen extra geld en dat betekent dat weggebruikers extra waakzaam moeten zijn.
Speciale voertuigen voor de “jacht” op de dode bladeren
De MIVB kan rekenen op een aantal speciale voertuigen in haar “jacht” op de dode bladeren. ’s Nachts, wanneer de gewone trams in de stelplaats staan, rijdt een speciale tram uit.
Deze tram trekt een machine voort die water onder hoge druk op de sporen spuit. Zo reinigt ze de sporen en verwijdert dode bladeren. Deze tram rijdt overigens vooral op lijnen 3, 7, 8, 19, 39, 44, 82 en 93. Dit zijn de meest “beboste” sporen en hebben dus het meest te maken met dit fenomeen.
Zand zorgt voor meer grip op de sporen
De trams van het type T3000 en T4000 detecteren het als ze minder grip hebben en strooien automatisch zand voor hun wielen.
Dat zorgt voor meer grip van de wielen op de sporen en een kortere remafstand, zelfs als er intussen dode bladeren zijn gevallen.
Bij de oudere trams, of als de bestuurder voelt dat hij minder grip heeft, kan hij ook zelf beslissen zijn tram zand te laten strooien.
Een tram heeft altijd voorrang
Een tram heeft metalen wielen die rijden op metalen sporen en heeft, zelfs zonder dode bladeren, een veel langere remafstand dan een voertuig op rubberen banden. Bovendien kan een tram, in tegenstelling tot andere voertuigen, niet uitwijken als er plots iemand voor zijn tram opduikt.
“De periode van het vallen van de bladeren is een moeilijke tijd voor onze bestuurders omdat ze extra voorzichtig moeten zijn tijdens het rijden”, zegt Amal Kammachi, Safety & Risk Manager bij de tram.
“De bladeren vormen een soort pasta in het spoor. Dat heeft tot gevolg dat onze trams, met hun metalen wielen, gaan slippen. Het is voor de andere weggebruikers belangrijk te weten dat de tram altijd voorrang heeft. Maar we communiceren ook intern de goede praktijken naar onze medewerkers, zoals afstand houden tot de andere weggebruikers.”