één overwinning, één verlies

Herschikking Nederlandse spoorfinanciering stimuleert oost-noordverbinding, maar zet Lelyline opzij

Regional train in Groningen.
Regional train in Groningen.

De Nederlandse regering gaat 1,9 miljard euro, die oorspronkelijk was gereserveerd voor de Lelyline, overhevelen naar de Niedersächsische Linie, een geplande noord-zuid-spoorlijn in het oosten tussen Enschede en Groningen. Het besluit, dat werd aangekondigd in de Voorjaarsnota, heeft geleid tot politieke discussie en frustratie bij de noordelijke provincies die nog steeds campagne voeren voor het Lelyline-project.

De aankondiging kwam als een verrassing, zelfs voor voorstanders van de Nedersaksenlijn (niet te verwarren met de Duitse deelstaat Nedersaksen, hoewel dat net aan de andere kant van de grens ligt). De Stichting Nedersaksenlijn, die zich heeft ingezet voor een spoorverbinding tussen Enschede en Groningen via Emmen, had de hoop al bijna opgegeven. “We moesten het twee keer lezen om er zeker van te zijn dat het klopte,” zei woordvoerder Roel Barkhof tegen SpoorPro.

De stichting maakte zich zorgen over een gebrek aan publieke aandacht en budgettaire beperkingen. Tot deze week was er nog geen vaste toezegging gedaan. Met de 1,9 miljard die is toegekend nadat de Nederlandse coalitie onderhandelde over het budget, heeft het project nu genoeg geld om te beginnen met een MIRT-verkenning, een vereiste technische en haalbaarheidsstudie. De bouw staat nog niet op stapel, maar de financiële drempel om met de planning te beginnen is overschreden.

Volgens het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden de kosten van de MIRT-fase geschat op €20 miljoen. Er moest echter ten minste 75% van de geraamde totale bouwkosten beschikbaar zijn voordat deze fase kon beginnen. Er was gerekend op een tekort van 1,7 miljard euro, waardoor de nieuwe financiering een belangrijke doorbraak betekent.

De Nedersaksische lijn zou de ontbrekende spoorverbinding in Oost-Nederland toevoegen. © afbeelding: Stichting Nedersaksenlijn (vertaald)

Slecht nieuws voor de Lelyline

Het besluit om €1,9 miljard toe te kennen aan de Nedersaksenlijn ging ten koste van de Lelyline. Het geld is afkomstig uit het budget van €3,4 miljard dat eerder was gereserveerd voor het Lelyline-project, dat de Randstad in het westen moet verbinden met de noordelijke provincies Friesland en Groningen via Flevoland in het midden.

Naast het verbeteren van de spoorverbindingen binnen Nederland, zou de Lelyline een gat in het Europese TEN-T netwerk tussen Amsterdam, Noord-Nederland en Hamburg in Noord-Duitsland kunnen dichten. Betere spoorverbindingen in het noorden zouden ook kunnen leiden tot snellere routes naar Scandinavië vanuit Nederland. Dit blijkt uit een rapport van het Duits-Zwitserse onderzoeksbureau Prognos.

Deze stap is in tegenspraak met een motie die in december unaniem werd aangenomen door de Tweede Kamer, die de regering specifiek opdroeg om Lelylijn-financiering niet om te leiden. Zelfs alle vier coalitiepartijen stemden voor, maar besloten nu precies het tegenovergestelde te doen. De Lelylijn kwam al zo’n 10 miljard euro tekort en met het ingrijpen van de coalitie wordt dat tekort alleen maar groter.

Staatssecretaris Chris Jansen kreeg eerder al kritiek omdat hij voorstelde om geld te verschuiven tussen spoorlijnen. Hoewel het parlement aanvankelijk tegen dat idee was, heeft de coalitie nu ingestemd met de ombuiging, met als argument een gebrek aan alternatieve bronnen en de wens om vooruitgang te boeken met projecten elders.

Woede in het noorden

Regionale ambtenaren in Groningen, Friesland en Flevoland reageerden ontzet. René Paas, Commissaris van de Koning in Groningen, vergeleek de maatregel met “bankroof”. “Natuurlijk wilden we de Nedersaksenlijn,” zei hij, “maar u bewijst Noord-Nederland geen dienst door het geld voor de Lelylijn aan andere projecten te besteden.”

De frustratie werd versterkt door de manier waarop het besluit werd gecommuniceerd. “Dit is via persberichten van de onderhandelingstafel afgehaald”, aldus Paas, die opmerkte dat regionale overheden niet van tevoren goed waren geïnformeerd.

In de noordelijke provincie Friesland noemde Heerenveen-burgemeester Avine Fokkens de actie “ongekend”. Ze vroeg zich af hoe overheden op elkaar kunnen vertrouwen als afspraken zo makkelijk terzijde worden geschoven. “We investeren hier als gemeente en als regio ook geld in”, zei ze. “Wat zijn woorden dan nog waard?”.

Trein in Emmen (Drenthe), momenteel alleen per spoor verbonden vanuit het zuiden. De Niedersächsische Linie zou de lijn naar het noorden doortrekken naar Groningen. © afbeelding: Henk Vrieselaar / Shutterstock

Ook de provincie Flevoland toonde zich teleurgesteld. De Lelyline werd gezien als de sleutel tot regionale ontwikkeling en de verwachting was dat er een station in Noordelijk Flevoland zou komen.

Voorstanders van de Lelyline stellen dat het project veel verder gaat dan infrastructuur. Commissaris Paas zei dat het deel uitmaakt van een breder ‘deltaplan’ dat de Nederlandse huizencrisis moet verlichten door het noorden beter te verbinden met de stedelijke kern in het westen van het land. “De Nedersaksenlijn verbetert de regionale verbindingen, maar de Lelylijn is echt een investering in de toekomst van Nederland,” zei hij.

Fokkens sloot zich hierbij aan en stelde dat jongeren in haar regio minder snel zouden wegtrekken als de vervoersverbindingen sterker zouden zijn. “Het is nu geen optie om in de Randstad te gaan werken en hier te blijven wonen,” zei ze. “Bereikbaarheid is cruciaal.”

Niet de laatste halte

Ondanks de huidige tegenslag voor de Lelyline, weigeren verschillende politici en lokale leiders op te geven. Er wordt nog steeds gesproken over een nieuwe begrotingsreservering via een zogenaamde Ontwikkelingsstrategie Grootschalige Infrastructuur, die de Lelyline in de toekomst nieuw leven zou kunnen inblazen.

Barkhof van de Nedersaksenlijn Foundation benadrukte dat de aangekondigde financiering weliswaar een mijlpaal is, maar dat het project nog vele stappen voor de boeg heeft. “Er moet nog een heel proces worden doorlopen voordat de graafmachines kunnen beginnen,” zei hij.

Ondertussen zal de Tweede Kamer de Voorjaarsnota bespreken voordat deze officieel wordt aangenomen door het Nederlandse kabinet. Tijdens het debat zullen naar verwachting ook de zorgen van de noordelijke provincies naar voren komen, die niet blij zijn dat het geld voor 1 spoorwegproject ten koste moet gaan van een ander project, dat zij net zo belangrijk vinden.

Lees meer:

Dit artikel is automatisch vertaald vanuit de oorspronkelijke taal naar het Nederlands.

Auteur: Esther Geerts

Bron: RailTech.com